De tienkampen
Vierde ronde
maandag 20 januari 2020
De tienkampers hebben het rijk alleen. De grootmeesters houden rust. Arbiter Bert Snijders mag de opening doen. Dat doet hij met verve, door bovenop de afscheiding (tussen het gedeelte voor de tienkampers en dat van de masters/challengers) te springen, daar de gong te slaan en er vervolgens af te vallen. Maar dan heeft hij al tweemaal applaus ontvangen (een keer in het Nederlands en een keer in het Engels) voor zesenvijftig of zevenenvijftig jaar trouwe dienst, daarover zijn hij en Aart Strik het kennelijk niet helemaal eens.
In 2008 weigerde Cheparinov tot tweemaal toe de uitgestoken hand van Short te schudden. Dat was tegen de regels van de FIDE, dus ging Short klagen.
21 januari 2008
Voor de vierde ronde doen we een kop koffie en een uitsmijter in de bar van de Moriaan. Aan de andere kant van de bar staat Hans Wiemerink met een glimlach die zo breed is dat je je afvraagt hoe hij die door de deur heeft gekregen. Hij wil je graag de reden vertellen, drie uit drie, leuk dat je het vraagt. Ronald heeft drie kapotte dooiers op zij bord liggen. Symbolisch? Desgevraagd zegt hij dat hij samen met mij op vijftig procent staat. Ik doe er het zwijgen toe, ik ben voor het weggaan vergeten het nummer Don’t You Fret van The Kinks te draaien, dat me tot nog toe zo geholpen heeft. Niet over tobben. We gaan de zaal in.
Op het podium spelen alleen Short en Cheparinov. Net kleine kinderen. Cheparinov moeten ze maar niet meer uitnodigen. En Short is een beetje een huilebalk. Hoewel hij nu mooi won. En de regels van de FIDE zijn bespottelijk. Verplicht handen schudden voor de partij! Straks moet je ook nog allebei een keer koffie gaan halen voor elkaar, op straffe van verlies.
Dat koffie halen is trouwens een lastig geval. Ik heb eens een toernooi gespeeld waarin mijn tegenstander voor ons beiden iets te drinken ging halen. Het duurde nogal lang voordat hij terug kwam, dus ik doe een zet en zet de klok stil. Wedstrijdleider erbij. Hem moest ik er niet op aan kijken, maar het mocht niet van de FIDE. Ik zei maar niet wat ik dacht, maar ik mompelde iets van: ach vergeten door te drukken zeker. Het was nog zo’n ouderwetse klok, geen digitale. Hij nam het sportief op en zei: bij nader inzien heb ik niets gezien, wat eigenlijk heel filosofisch is, voor een wedstrijdleider. Zo, genoeg gemopperd. Onder ons tienkampers is nog geen wanklank gehoord. Ronald en ik staan nog steeds op vijftig procent. Alleen worden het morgen wel vier spiegeleieren voor hem. Kijken hoe lang hij dat volhoudt.
En dan nog even over gisteren. Nanny was dus in de commentaartent wezen kijken naar Vlastimil Hort en Lex Jongsma, ofschoon ik dat nog zo verboden had. En ja hoor, nu wil ze weer. Ik heb gezegd dat het niet alle dagen bal is, maar er is geen land meer mee te bezeilen. Bovendien stond er in een hoek van de zaal een computer met drie mannen erachter en met een bord erbij waarop stond: NIET MEEKIJKEN. Daar wil ze nu het fijne van weten. Kan er iemand helpen?