Een half ei daar worden wij niet vrolijk van…

De eerste thuiswedstrijd. We hadden er zin in. Op de Zeeweg peddelden we vrolijk richting Wijk aan Zee. Philidor en Zukertort, dat zijn toch grootheden uit een andere tijd? Moeten we dus kunnen hebben. We werden even afgeleid, door een ons over de hele breedte van het fietspad tegemoetkomend eskader van acht fatbikes, waarvan de achterlijkste onbenul nog even buitenom naar ons uithaalde, waardoor we wel gedwongen waren om naar de berm uit te wijken, wat de onverlaat op ee heel lelijk scheldwoord van Bram kwam te staan (zo ken ik hem helemaal niet), waarna we het gras uit onze haren plukten en onze kleren weer in de plooi streken om ongeschonden en net op tijd aan te komen in De Moriaan.

***

De Wijker Toren 1

Ach het eerste. Ze hebben eigenlijk maar zeven man en spelen dus steeds met een invaller. En dat zit ze (ook de vaste krachten) tot nu toe niet mee. Alleen Dragan heeft een partijtje gewonnen. Dat is een maand geleden. Nu won er geen een.

Rick Duijker

Rick Duijker vertrouwt ons toe wat zijn plan is. Gewoon niks doen en dan kijken of de ander zich vergaloppeert. Daar blijkt niet veel van te kloppen. Wij wrijven onze ogen uit als we hem in een Franse Tarrasch met a7-a5-a4-a3xb2 uit zijn slof zien schieten. Zeker ergens opgeduikeld. Zijn tegenstander Stef van der Zon heeft het er moeilijk mee. Toch lost die de problemen prima op, maar is daarna aanvankelijk te traag met zijn aanval op de koningsvleugel. Rick repareert de zaak en zou misschien nog gelijk hebben gekregen ook, als hij niet iets te zorgeloos was omgegaan met zijn verdediging.

Arjan Wijnberg (De Wijker Toren)

Het is een paar uur later als we Arjan Wijnberg zo zien zitten. Dragan, Sjoerd en Bart-Piet hebben dan al gelijk gespeeld. Arjan verliest. Jimmy verliest. Camile gaat verliezen. De Wijker Toren 1 wordt op een hoop gespeeld. Thomas Broek weigert op te geven.

Arres Oudshoorn (Philidor Leiden)
Leonore Biemans-Braggaar (Philidor Leiden)
Sabin Teianu (Philidor Leiden)


***

De Wijker Toren 2

Het tweede is compleet, met Paul Spruit. Maar nu heeft Peter Uylings pijn: kaakontsteking, heel veel paracetamol, weet niet of ik het volhoud, piept hij.

Na de partij zijn ze plotseling allebei weer het mannetje. Pijn gezakt, moed herwonnen. De wildste varianten worden mij in het café voorgeschoteld. Toch een beetje mosterd na de maaltijd.

Vader en zoon Kok scoorden de vorige keer anderhalve punt, deze keer doen ze dat weer, maar precies andersom. Nu wint Nico (met een vlekkeloze Wolga) en maakt Cas remise. Curieus is wel hoe Cas met zijn bedenktijd omgaat. Na zo’n zeventien zetten of daaromtrent staat er 1:30 op zijn klok. Anderhalf uur? Ik ga aan het rekenen. Dat duurt even, want Bram helpt nu even niet. Die is ergens anders aan het kijken. Het is anderhalve minuut. Ondertussen heeft Cas zijn tegenstander remise aangeboden. Die neemt het aan in de veronderstelling dat Cas nu vast en zeker alle mogelijkheden van de stelling wel kent en zelf is hij daar niet zo zeker van.

Shrey Shah (Zukertort Amstelveen)

Hans Wiemerink neemt zijn tegenstander Shrey Shah in het middenspel te grazen en wint een stuk tegen twee pionnen. Maar Hans weet zoals gewoonlijk van geen ophouden en gaat eerst die pionnetjes nog even terugpakken. En dan staat hij opeens mat. Zowat. Hij ontsnapt met eeuwig schaak. Een keurige remise dus (dat mocht ik van Bram zeggen).

Wim Rakhorst doet het nog beter en wint. Ja, wel van een invaller, zegt hij om ons oplaaiende enthousiasme een beetje te temperen. En met een gelukje op het eind, zie ik nu.

De stand is 4-3 (winst voor Nico en Wim, verlies voor Stefan, remise voor Cas, Peter, Dennis en Hans) als Paul Spruit en Nico Louter nog bezig zijn. Na een ingewikkelde partij dreigt Paul het onderspit te delven. Of heeft hij alles onder controle? Er is niets aan hem te zien. De truc waarmee zijn tegenstander de partij in één klap beslist komt dan ook als een donderslag bij heldere hemel.

De truc van Louter

De Wijker Toren 2 en Zukertort 2 spelen gelijk.

***

Alleen Thomas speelde nog toen ik naar huis ging. Thomas is een vechtjas. Toch ging hij het niet redden, dacht ik. Maar ’s avonds na het eten zag ik op internet de uitslag. Remise! Hoe?!

***



PS
Thomas heeft zijn partij ingestuurd. Ik geef het kunstwerk hieronder, met (disclaimer: mijn persoonlijke) commentaar. Twee episodes heb ik meegemaakt, het einde niet. Ik snap er eigenlijk geen hout van, maar vind het wel heel erg boeiend.

Thomas is een sieraad voor een schaakwedstrijd en zijn tegenstandster ook.

ES/17/10/2024

One Flew Over the Cuckoo’s Nest

Afgelopen zaterdag naar Wijkcentrum Overdie in Alkmaar geweest. Vier teams van de Alkmaarse Schaakvereniging De Waagtoren speelden daar hun wedstrijd in de derde ronde van de KNSB-competitie. Het eerste in de Meesterklasse tegen Zukertort en het tweede in 2C tegen De Wijker Toren 2. En Nico Kok was jarig. Hij trakteerde op koffie. Wat een feest. Ik moest hem beloven niet van die idiote dingen te schrijven. Ook niet als hij er vandaag binnen de kortste keren af werd gezet. De mannen rekenden mij voor dat hij negenenveertig was geworden. Ze denken dat ik gek ben, maar ik ben alleen maar op mijn hoofd gevallen.

Na mijn eerste fotorondje ging ik mijn brood opeten in het café. Maar oh wee, daar druppelden de eerste ontredderde spelers binnen. Eentje kon het niet laten om bij mij zijn beklag te doen. Hij had zijn paard vastgepakt om er mee te zetten, maar hij had zich bedacht en toen had hij het beestje weer keurig op zijn plaats teruggezet en iets anders verzonnen, met zijn loper. Dat was niet eens zo’n goeie geweest, maar toch mocht dat niet, hadden ze gezegd. Nou vraag ik je. Hij keek mij aan. Om het simpel te houden zei ik: aanraken is zetten, zo doen ze het hier. Ja maar, hield hij vol, ik had nog niet eens echt gezet, zo is het toch niet leuk meer? Ik dacht aan een mevrouw in groep negen van het Hoogovenstoernooi, jaren geleden in Café de Zon, toen het nog lang geen corona was en ook geen oorlog en toen de hond van de wedstrijdleidster vredig onder een tafel van de spelers lag te slapen. Ze had gerokeerd en daarbij eerst haar toren aangeraakt. Dat mocht dus niet. Eerst met de koning. Ook goed, dan deed ze het toch eerst met de koning. Maar toen mocht dat ook niet meer. Dan hou ik er mee op, had zij gezegd. Ze had haar tegenstander een hand gegeven, de hond gedag gezegd en was leukere dingen gaan doen.

Er kwamen een vader en een moeder en twee kinderen binnen. Is hier iets te doen, vroegen ze aan mij. Ze waren van plan geweest naar de kinderboerderij te gaan, maar het plensde van de regen. Ik wees naar de bibliotheek met de kinderboeken en dat ze ook een kijkje konden nemen in de okerzaal waar vierenzestig schakers aan het spelen waren, maar daar moest je wel heel stil zijn. Ik was er uitgestuurd, toen ik er is er een jarig had geroepen, zei ik. Als dat geen hint was. Maar die werd niet opgepikt. Sorry kinderen zeiden de vader en de moeder, een andere keer dan maar.

Terug naar de zaal. Nico de jarige had inmiddels het Millner-Barry gambiet gelaten voor wat het is en ook niet gerokeerd. Zo kon er weinig mis gaan, dacht hij. Toch zou hij de negenenveertigste zet niet halen. Dan hadden we voor hem gezongen. Daar stak Dirk van de Meiden een stokje voor. Zijn pionnen gingen promoveren. Dirk had al een nieuwe dame gepakt. Hij zag er een beetje tegenop. Hoe ging dat ook al weer? Toen het zover was, pakte hij de dame, gaf de pion daarmee het laatste duwtje, goochelde die vervolgens bij de dame in zijn knuist, pauzeerde even en toverde daarna à la Tommy Cooper de dame weer tevoorschijn, die hij voorzichtig op het promotieveld deed landen. En alles met één hand mensen, want je weet het maar nooit met al die regeltjes tegenwoordig.

Dimitri Reinderman

Van wat er op de borden bij de meesters gebeurde deed Peter Uylings kond. Eerst moest ik bij Dimitri Reinderman gaan kijken, die er iets schoons van maakte tegen Sybolt Strating, en een tijdje later bij Arthur de Winter die tegen Maaike Keetman speelde. Die gaat eraan, dat zie je aan zijn lichaamshouding, fluisterde hij luidsprekerhard in mijn oor, omdat ik het anders niet hoor. Arthur keek verstoord op. Ik bestudeerde het plafond. Bovendien, hoe kan Peter dat nou weten? Hij is schaker en spuit varianten. Met het grootste gemak. Maar ik ben van de lichaamstaal. Wat krijgen we nou. Volgens mij ging Arthur het wel redden. Zo had ik hem vaker gezien. Nee, dan Frank van Tellingen. Moeilijk gezicht, oren dicht, het gesis bij de wedstrijdtafel, de open deur achter hem, alles stoorde hem. Die ging het niet redden, dat zag een leek.

Toen ontmoette ik een echte psycholoog. Hij zei: “One Flew Over the Cuckoo’s Nest”. Ik vroeg, om tijd te winnen: bedoel je de film, het boek, het toneelstuk of het kinderversje? Hahaha, lachte hij, nee ik bedoel is dat je thema? Het bracht mij even van mijn stuk. Toen wist ik het weer. Het thema is: ik ben niet gek, ik doe alleen alsof, en we zien wel hoe het afloopt.

Terug naar de schakers. Ik probeerde alle zetten van de Wijkertorenaren te doorgronden om zo de uitslag te weten te komen voordat zij er zelf achter kwamen. Dat was nog niet zo gemakkelijk. Ik had bijna alles fout. Cas Kok maakte remise tegen Nico Hauwert, Paul Spruit verloor van Hebert Perez Garcia, Peter Uylings maakte remise tegen Gerard de Geus, Hendrik Koopman tegen Ronald Groot, Dennis Bruyn won van Guido van Hesselingen en Wim Rakhorst van Chaim Bookelman. Toen stond het gelijk, terwijl ik berekend had dat we allang verloren hadden. Waar was Bram? De partij tussen Daan de Vetten en Camile Hol moest de beslissing brengen.

Dat werd een vreemde vertoning. Beiden wilden koste wat kost winnen. Maar daar was tijd voor nodig. Meer dan ze hadden. Dus herhaalden ze eensgezind en om de beurt de zetten. Alleen om extra minuten te sprokkelen, want van remise zou geen sprake zijn, dat schenen ze te hebben afgesproken. Mag dat eigenlijk wel? Ik vraag het me af. Twee keer schemerde het mat aan de horizon, maar zover keken ze allang niet meer. Ik moest nu echt naar huis. Weg uit dit gesticht. De bus naar Uitgeest ging om kwart voor zeven. Toen ik volledig doorgedraaid thuis kwam zag ik de uitslag. Camile de onverzettelijke had gewonnen! Wat een vechtjas. Wat een kanjer!

One flew east, one flew west, one flew over de cuckoo’s nest.

Schiet mij maar lek

Het is koud en de wegen zijn glad. Ik neem de fiets. Het is jammer dat ik geen auto heb. Dat moet ik even uitleggen. Mijn ouders hadden vroeger een kennis, George Jansen, en diens vader was de oude heer Jansen. De oude heer Jansen was een beetje een zonderling, die de meeste tijd thuis onder een deken op de bank lag en bijna nooit meer buiten kwam. Hij had wel een auto, hij wel, maar daarin reed hij niet meer, hij keek wel uit, hij zag slecht. Alleen als het had geijzeld, dan moest het wel spek- en spekglad zijn, dan haalde hij zijn auto uit de garage, deed zijn bril af (hij zag er toch niks meer mee), deed zijn leren handschoenen (met gaatjes) aan en ging de weg op. Voor het ultieme ritje. Die lol namen ze hem niet af.

In de hal van de Moriaan zie ik Rick Duijker tegen een bal trappen. Hij is lek, zeg ik. Was al, zegt Rick, heb ik niet gedaan. Er speelt een jongen mee. Hij is elf jaar. Hoe oud ben jij, vraagt Arjan Wijnberg. Elf, zegt de knaap. En hij maakt razendsnel wat schijnbewegingen met de bal. Maar die trapt daar niet in. Hij is lek.

Binnen wordt geschaakt. De Wijker Toren 1 tegen Zukertort Amstelveen 2 en De Wijker Toren 2 tegen de ZSC-HWP Combinatie 1 uit de Zaanstreek. De teams zijn volledig. Cor Meems heeft Thomas Broek opgehaald uit Middenbeemster, maar blijft niet. Hij gaat een rondje hardlopen in de duinen. Ik ben, naast Eric Roosendaal die als teamleider met Zukertort is meegekomen, de enige toeschouwer. Maar niet voor lang. Want er zijn nog geen twintig zetten gedaan of Erik Schoehuijs mist al een paard. Hij is daarmee Peter Uylings te snel af.

Cor Meems heeft zijn rondje gelopen en is terug.

In de wandelgang wordt overlegd door Zukertort

Sjoerd Plukkel speelt tegen Achyuth Aravindhan, de jongen van de schijnbewegingen in de hal. Die verweert zich dapper, maar Sjoerd is veel te sterk.

De jonge speler geraakt in een soort bankschroef die Sjoerd op zijn dooie gemak steeds verder aandraait. De zwarte dame wordt gevangen gezet aan de zijlijn en moet vanaf daar lijdzaam toezien hoe Sjoerd met zíjn dame én torens én paard de zwarte koningsstelling helemaal aan gruzelementen speelt.

Na afloop zie ik Achyuth iets aan Sjoerd vragen. Zullen we de partij naspelen? Sjoerd glimlacht en knikt. En weg is Achyuth richting café. Sjoerd kan dat zo snel niet volgen. Hij moet het bord met de stukken dragen.

***

Terwijl ik dit verslag zit te schrijven spelen Argentinië en Frankrijk potverdorie de finale van het wereldkampioenschap voetbal. Daar heb ik dus even helemaal geen tijd voor. Maar uit het rumoer om mij heen hoor ik dat ze er een heksenketel van maken. Twee-nul en opeens in een mum van (en vlak voor) tijd: twee-twee. In de verlenging: drie-drie. Zijn ze gek geworden? Ik kan het niet laten en zet er een schermpje bij. En jawel hoor, schiet mij maar lek, strafschoppen!