Meevaart

De vaart zat er meteen goed in. Om half twaalf zou Bram Janssen mij op komen halen. Ongeveer. Om tien voor half twaalf, ik was net uit bed, belde hij aan. Hij had er zin in. Ik schakelde een tandje bij. En op het station van Uitgeest weer. Daar stond al een half team op de trein naar Amsterdam te wachten. Gaan jullie ook mee? Ja zeiden wij. Wij gaan de boel slopen. Hand in hand kameraden. Hendrik Koopman was inmiddels volgens de laatste scheepstijding onderweg vanuit Noordwijk aan Zee. Paul Spruit was Thomas Broek uit de Beemster aan het halen. En Cas Kok was wel niet meer de hemelbestormer van weleer, maar ook die zou het spoor naar de Meevaart ongetwijfeld vinden. Hij was niet voor niks op het eerste bord gezet door Stefan Jorritsma, die het feestje, want dat ging het worden, zelf niet mee kon maken.

Klootviool stond er op de trein en van slaap inhalen onderweg kwam helemaal niets, want Peter Uylings was ook mee. Klaarwakker. Dus er moest weer een tandje bij. Ik was de vorige avond in een zenuwslopende partij door de mangel gehaald en was pas om twee uur m’n bed ingetold. Dit ging ik niet volhouden.

Op station Muiderpoort in Amsterdam waren er twee smaken. Richting Dapperbuurt en richting Indische Buurt. Dennis Bruyn koos de tweede en leidde ons feilloos naar de Balistraat. Het team was compleet en in de speelzaal op de tweede verdieping scheen de zon. Ik wreef mijn ogen uit.


Caïssa I speelde op tien borden tegen Purmerend I en Caïssa II speelde op acht borden tegen De Wijker Toren II. Bram en ik wachtten het startsein af en gingen toen naar buiten om de rest van de archipel te verkennen. De opening konden de mannen wel alleen af. Daarvan stonden de zetten allemaal nog in de boekjes. Pas later in de partij zouden wij in actie komen. Met stille aanwijzingen, zoals Dirk Vijf sloeg zijn wijf of torentje torentje bussenkruit. De goede verstaanders wisten dan wat ze moesten doen. Vooral in tijdnood waren wij van onschatbare waarde, want dan raakten ze vaak helemaal de weg kwijt, deden ze de gekste dingen. Zónder ons verloor het team vrijwel altijd, mét ons nooit.

Het ommetje werd een om. Nu waren wíj de weg kwijt. Na een wandeling van een uur verzeilden we op de Halmaheirastraat. Voor ons gaapte de Stille Oceaan. Bram piepte: ik hoop wel dat we op tijd zijn voor de tijdnoodfase. Er kwam een man een portiek uit, die zijn fiets van het slot haalde. Ik liep eropaf en vroeg hem naar de Balistraat. Speak English Please, verstond ik. Onmiddellijk greep Bram in met: Bali Street. Een geniale verbetering. Dit begreep de man wél en net voor Peter Uylings het eerste feestelijke punt van de dag scoorde waren we terug.


Het tweede punt volgde snel. Wim Rakhorst was het feestvarken. In onderstaande stelling had zijn tegenstander kennelijk geen zin meer gehad om zijn beroerde stelling te verdedigen, dus hij probeerde nog wat, offerde een paard voor twee pionnen, maar werd er toen hardhandig afgezet door onze man.


Paul Spruit voltooide de vliegende start van het team met een degelijke overwinning. Hij bezette de eerste vier rijen op het bord, zijn tegenstander deed het aan de andere kant met drie. Het ruimtegebrek en de witte druk over de halfopen d-lijn braken zwart al gauw op.

Hier zit de oude krijger Ree

Ik ga wat rondlopen en maak foto’s van de spelers en speelster van Caissa en Purmerend. Hans Ree en Pieter Hopman vechten een titanenstrijd uit. Helemaal in de hoek naast de verwarming zit Yochanan Afek te kleumen. En Hing Ting Lai heeft het zo te zien weer helemaal voor mekaar.

Toen moest ik nog wat partijtjes zien te verzamelen van de spelers van de De Wijker Toren. Voor een verslag. Dat hadden ze gevraagd. Anders hadden Bram en ik helemaal niet eens mee gemogen. Dat zeiden ze. Dus fotootje gemaakt van hun notaties. Kind kan de was doen.

Nou dat heb ik geweten. Zie hierboven. De hele zondagmiddag naar de gallemieze. Maar die Koopman is wel een tovenaar. Dat moet gezegd. Buigt een dikke vette min om in een daverende plus. Hoe? Geen idee. En is dit wel reglementair? Volgens mij vergat zijn tegenstander e5-e4 door te drukken. Dat moet dan hierboven ergens gebeurd zijn. Ik zie die zet er niet bij staan…

Het kan ook anders. Hij heeft een nieuw potlood meegenomen. De punt geslepen. Zijn zetten opgetekend. Zo lees ik ze graag. Alles wat Hans Ree schrijft lees ik graag. Maar ja, die zit niet in mijn team.

De avond begon te vallen. De kachels gingen uit. Er werd al opgeruimd. Dennis Bruyn stond klaar om te vertrekken. Alleen Cas Kok en Günther Ballon konden er niet genoeg van krijgen. Vierentachtig zetten deden ze. Toen stonden er alleen nog twee kale koningen op het bord. Ze gaven elkaar een hand. Günther zei dat als Cas ergens halverwege die en die zet had gedaan (ik zou niet weten welke, ik was er niet bij) dat hij dan meteen had opgegeven. De komediant. Later in de partij was er minimaal nog een moment (en daar was ik wel bij) dat hij die grootspraak gestand had kunnen doen, als Cas tenminste ….

Het eerste moment is vermoedelijk na zwarts 34e zet Ta8-a6. Als wit nu d4-d5 speelt staat hij gewonnen. Volgens de kenners.

Het tweede moment is dertig zetten later. Wit heeft inmiddels een gedekte vrijpion op h7 gekregen. Die dwingt zwart tot Te1-h1. Maar de toren stond niet voor niks op e1.

Wit kon nu met de manoeuvre Td2-Te2-Te5-Txd5 een op tempo winnend pionneneindspel bereiken. In plaats daarvan verloor hij met Td2-d1 een tempo, waardoor het remise werd.
Volgens uw verslaggever.


Ongeordend maar in opperbeste stemming trokken we naar het Muiderpoortstation om met de klootviool naar huis te reizen. Alleen Dennis Bruyn, die op de heenweg nog voorop had gelopen, kwam nu helemaal achteraan en miste de boot.

Vleermuis 146

Zondagmorgen. Erik komt koffiedrinken. Met het laatste nieuws. Spoiler alert. Zeker gewonnen Erik? Hij kijkt beteuterd. Kan je dat aan mij zien dan? Ja zeg ik, en ook nog als enige! Mooier kan toch niet? Nee mooier kan niet, beaamt hij. Trouwens hoe weet je dat, wil je het hele verhaal niet horen?

Oké, laat maar horen, tegen wie speelde je. Tegen een heel jong meisje. Ik zeg kan je wel? Nou en of, zegt hij, ik had mij voorbereid. Katharina heet zij en ze was alleraardigst. Heel schattig eigenlijk. Al in de opening ging het mis. Met jou? Nee met haar. En hij probeert het mij uit te leggen. Het was iets met Pf6-g4 om op e5 wat terug te kunnen pakken of juist niet. Ja hoor, zeg ik, ik zie het helemaal voor me, maar ik pak toch even het bord erbij. Hij doet voor. Ik noteer. Waar is dat goed voor vraagt hij, kan je het anders niet onthouden?

Katharina Ricken (Hoogeveen 2019)
Fotograaf: Frans Peeters


En de anderen? Tja, de anderen, die hadden inmiddels bedacht dat het beter was als de competitie nu stilgelegd werd, dan degradeerden ze misschien niet. En sommigen dachten erover helemaal maar met schaken te stoppen. Net nu ik er in begin te komen, zegt Erik. En hij laat me nog even de afloop van de partij van Richard Schelvis zien. Met Richards koning die een paard op g3 buitmaakt en vervolgens door de dame van Nicky Law zo meedogenloos achterna wordt gezeten, dat ie tenslotte helemaal aan de andere kant van het bord ergens op c7 het loodje legt.

Het is mooi met ze, ik ga weer naar Magnus Carlsen en Ian Nepomniachtchi kijken. En naar het commentaar van Anisch Giri, die Judit Polgar in moordend tempo opjaagt. Analyseren noemt hij dat. Lijkt Uylings wel. En op het andere kanaal probeert Anna Muzychuk voortdurend lachend de uiterst nette Viswanathan Anand uit de plooi te krijgen.