Het regende. Wij wandelden door de duinen. Er was verder niemand. Geen mens, geen dier. We stopten bij het bankje waar je ‘s zomers de zweefvliegtuigen kan zien opstijgen en ook weer terug zien komen. Alles en iedereen hield de adem in. Alleen een graafmachientje bromde in de verte. We kochten bij de gasterij paardenbloemhoning. De laatste. Toen waren wij nat en fietsten we naar huis. En in mijn hoofd klonk in eindeloze herhaling ‘Cause nothin’ lasts forever, even cold November rain. Het wil maar niet ophouden …