Ben je op de fiets, vraagt Hendrik. Nee ik ben niet op de fiets. Of toch, klein stukje naar het station. Hij kijkt naar mijn broekspijp. O jee, daar zit nog dat elastiek. Om de smeer van de ketting niet op mijn broek te krijgen. Vergeten af te doen. Ik probeer de aandacht te verleggen. Ha die Peter, wat is dat voor verband om je hand. Vergeten af te doen? Nee, Peter is jarig en dat verband is vanwege het carpale-tunnel-syndroom. Gefeliciteerd zeg ik. Dank je zegt hij.
Hendrik heeft de leukste tegenstander. Zij is geboren in Praag en komt dus uit Tsjechië. Hij schotelt haar een London-systeempje voor. Daartegen doet ze altijd g6 en Lg7 en met wit heeft ze het ook wel gespeeld. Het wordt een gekke partij. Na afloop vraag ik: kan het er mee door? Hij schudt zijn hoofd, maar geeft mij toch zijn notatie. Kan je het lezen vraagt hij? Jawel hoor, zeg ik stoer. Niet dus. Ik sla er dus een slag naar. Op hoop van zegen.
Een nog veel gekkere partij speelt Stefan Jorritsma. De opening kent hij als zijn broekzak. Het offer op f7 weerlegt hij dus in eerste instantie met gemak. Maar dan beginnen de twee toch een partijtje te schutteren… Werkelijk geen touw aan vast te knopen. Stefan blijft geconcentreerd. Zijn tegenstander Aden Darie is steeds de hort op. Naar het eerste en het tweede van de Kennemer Combinatie in de naastgelegen zaal. Wij spelen tegen het derde in een veel kleiner klaslokaal.
Ook voortdurend On the Run is de tegenstander van Dennis Bruyn: Under Assistant Arbiter Vlad Omota. Hij verzorgt het welkomstwoord en legt de regels uit. Daarna gaat hij een verdieping lager muntjes voor ons halen aan de bar. Dat geeft hoofdarbiter Malith Akalanka (Sri Lanka) de kans om ons nogmaals, maar nu in het Engels, de regels uit te leggen. Als Vlad terug is, is dat steeds maar voor even. Er spelen maar liefst zes teams van de Kennemer Combinatie, verspreid door het gebouw van de Kennemer Sporthal. Dat kost zeeën van tijd. Het kost Dennis dus geen enkele moeite om Vlad op remise te houden.
Cas Kok komt aan Stefan vragen of remise goed is. Stefan maakt een vlugge rekensom en knikt. Wim Rakhorst komt aan mij vragen of ik hem in mijn verslag wil sparen. Ik knik.
De aandacht verplaatst zich naar Nico Kok. Ondoorgrondelijke standen zet die man op het bord. Eigenlijk is het een aaneenschakeling van louter stille zetjes. En dan is daar plotseling die éne daverende. Had je die drie zetten eerder al op het oog, vraag ik hem. Ja, hahaha, lacht hij, wat denk je? Niet dus. Zo is Nico. Een gewone schaker denkt drie zetten vooruit. En blijft dat doen. Nico niet. Die stopt op het goede moment. Kans? Ziet ie. BOEM!
En zo staan we op de drempel van winst. De jarige Peter Uylings mag het afmaken. Remise is voldoende. Hij staat gewonnen. Iedereen ziet het. Slaat hij met de loper of met het paard die laatste verdediger voor de witte koning weg? Hij lijkt te bevriezen, kan niet kiezen. Moet hij zich nou eerst met zijn koning door de witte dame over het hele bord laten jagen? Op zijn verjaardag? Kan dat niet beter? Op zijn klok springt een vlag te voorschijn. Zijn tegenstander claimt winst. Onzin. Er zijn allang veertig zetten gedaan. Vlad komt erbij. Dan blijkt ook nog dat Peter er maar tien minuten bij heeft gekregen in plaats van dertig. Vlad haalt de hoofdarbiter erbij. Die weet ook zo gauw geen raad. Hij heeft als ik goed heb geteld met vijftig klokken te maken en allemaal anders. Stefan komt helpen. Ondertussen zit Peter zich suf te piekeren. Als alles weer op de rails staat heeft hij er opeens geen zin meer in. Hij doet eerst dame geeft schaak op f2 en slaat dan het witte paard. En biedt meteen remise aan. Zijn tegenstander neemt dat grif aan. De Wijker Toren wint. Er schiet mij een versje van Jaap Fischer te binnen. Het is plat Utregs. Ik heb daar een tijdje gewoond. Het draait eigenlijk om de bal, voetbal, dus ik heb het voor hier een beetje aangepast.
Kijk Luïgi het z’n vuissie in ’t verbànd
Ja, Luïgi het z’n vuissie in ’t verbànd
En ook al zie je dat bedeen
daarom hindert ’t geen een
want Luïgi slaoit fantastisch met z’n andere aarem
En onze achtste speler? Die hadden we thuis gelaten. Tegenstanders zijn gewaarschuwd. De Wijker Toren speelt haar uitwedstrijden standaard met zeven man. Het tweede bord blijft onbezet. Hebben we vier keer wit en drie keer zwart. Is toch een voordeel. Wordt meestal niet van tevoren aangekondigd, maar kan ook weer geen verrassing meer zijn. In voorgaande seizoenen is daar al uitgebreid op geoefend. Een keer ging het mis. Kon ook de zevende man niet gevonden worden. Wonderlijk genoeg lukte het ook met zes. Maar je moet zoiets niet overdrijven. Zou kunnen worden uitgelegd als onsportief. Dus nu is het steevast met zeven. Onvoorziene omstandigheden daargelaten.
Gelukkig was Peter Pijpers toch niet helemaal voor niks gekomen.