Schaken met de Haarlemse Meesters in het Stedelijk Gymnasium. Bovenin de zaal hing tegen de lichtkoepel een ballon gekleefd met gefeliciteerd erop. Zo’n toernooi is het. Elk jaar weer een feest. Ik deed mee en probeerde tegelijk ook nog foto’s te maken. Dat ging dus niet goed. Dat wil zeggen met de foto’s wou het soms nog wel lukken, maar met het schaken niet zo. En dat arbiter Joost Jansen behalve de allermooiste gong uit zijn verzameling tevens zijn metaaldetector had meegenomen hielp ook niet echt.
De volgende tegenslag was dat ik mijn nieuwe teamgenoten tegenkwam. En die zijn behoorlijk doortrapt. We hebben ons deze zomer met een mannetje of acht opgegeven voor de vijfde klasse KNSB als zaterdagteam van SC Bakkum. En van die acht deden er nu vijf mee hier in Haarlem. Vier in de B-groep en een in de A-groep. Kijken of we de regels van het spel nog beheersen.
En nou zou je verwachten dat teamleden elkaar een beetje heel zouden laten, maar de eerste die onderuit werd geschopt was Jan Koopman. Door Gerard van den Bergh.
En toen nam Jan ongenadig revanche. Op mij. Ja kijk, als het zo gaat, hoeft het voor mij niet meer. Alleen Erik Breedveld ontliep alle tackles van zijn teamgenoten en eindigde hoog.
Zijn broer André Breedveld had geen zin in deze onzin en liep spitsroeden in de A-groep.
Door dit gedoe was ik gelijk in het begin al een hele vracht ratingpunten kwijtgeraakt en ik begon mij ernstig zorgen te maken. Mijn plekje in het nieuwe zaterdagteam kwam zo wel erg op de tocht te staan. Maar gelukkig was daar in de zevende ronde Bert Dreef.
Swiss Master zei dat zijn geboortedatum 2029 was en zijn rating 1471. Die moest ik kunnen hebben. Maar Nanny zei: “Haal je maar niks in het hoofd, want dat van die geboortedatum en die rating, dat moet natuurlijk andersom zijn”. En dat klopte wel zo ongeveer. Vlak voor de partij kreeg ik gelijk al iets om over na te denken: schaken is leuk, en dat is maar goed ook, want veel tijd hebben wij niet. Dat zei Bert. En vervolgens kneep hij mij met een hele serie lepe zetjes helemaal fijn. Ik kreeg het er benauwd van. Maar zo tegen de veertigste zet schakelden we over van schaken op flipperen en dat spelletje lag hem toch wat minder. Hij offerde de dame om een pion aan de overkant te brengen. “Daar is zij weer”, riep hij verheugd, “en met schaak!”. “Kost wel een vrijpion”, mompelde ik om zijn vreugde een beetje te temperen. Maar dat slikte ik gauw weer in, want Aart Strik zat naast mij en die vindt zulks vast niet gepast en ik eigenlijk ook niet.
Ergens halverwege het toernooi produceerde ik per ongeluk toch nog iets aardigs. Een fraaie doorkijker. En eigenlijk was het een kleine serie van dat soort. Hans Nuijen kan trots op mij zijn. Kijk maar.
Hier deed de ongelukkige zwartspeler Ta8-c8?. Mijn dame op a4 laat nu haar vileine oog vallen op veldje g4. Dwars door mijn toren op c4 en mijn paard op d4 heen. Dus Tc4xc8 Pe7xc8 en Pd4-f5 De zwarte toren moet nu veldje e7 in de gaten houden, omdat het vervolg zich inmiddels laat raden (Pf5-e7), dus Td6-d7 en Da4-g4 dreigt mat op g7
En daar is ie dan: g7-g6 Tc1xc8 Dd8xc8 Pf5-e7+ Td7xe7 en Dg4xc8 ☺♪!!☼!!♫☺
Na afloop van de laatste ronde moesten we opruimen. Stoelen stapelen, alle tafels opklappen en wegzetten, borden, stukken en klokken verzamelen en in sets van vijftien in grote plastic dozen stouwen. En toen dat allemaal gedaan was moest een gedeelte daarvan weer teruggezet worden voor de prijsuitreiking. Bijna iedereen kreeg een fles wijn of een prijs. Erik Breedveld zelfs twee. Omdat hij in de B-groep gedeeld derde tot en met zesde was geworden en ook nog voor de meest veelbelovende senior. Wij konden ons geluk niet op. Volgend jaar doe ik weer mee.
Tot slot nog wat foto’s
en kijk voor de uitslagen, de eindstanden en de serieuze verslagen op de prachtige toernooisite