We logeerden in mei een paar dagen op Texel in de oude pastorie naast de Sint Martinuskerk in Oudeschild. Bed & Breakfast Pastorie Stella Marie, van Birgit en Jan Jaap. Moet je ook eens proberen. De kamer was geweldig. Het ontbijt ook. Elke ochtend een andere zelfgemaakte lekkernij. Pancakes, scones of wentelteefje. Alleen van die naam al krijg ik het warm.
Er woonden ook twee poezen. De een liet zich nauwelijks zien, de ander wel. Die was duidelijk de baas in huis. Het was dan ook een vrouwtje. Zij kwam ’s morgens door het luikje uit de keuken naar buiten, maakte een rondje door de tuin en ging dan weer voor het luikje zitten. Ze had een chip die het luikje van het slot haalde en dat wist zij dondersgoed, maar ze wist ook dat er binnen een klikje te horen was en dus wachtte zij geduldig totdat de keukendeur voor haar geopend werd. Dat vond zij makkelijker en ook veel deftiger.
De eerste dag regende het keihard. We moesten de broeken provisorisch drogen met de haardroger voordat we naar het Pakhuus van Oudeschild durfden, om te gaan eten. We werden uitgebreid en keurig ontvangen door wel vijf man en vrouw personeel, die zich ontfermden over onze kletsnatte regenkleding. En toen werden we met onze baggerschoenen snel in een hoekje gezet. Maar wat we daar te eten kregen was meer dan voortreffelijk. Toch vrees ik dat onze verschijning de kans op een Michelin-aanbeveling geen goed heeft gedaan.
De tweede dag woei het keihard. Dat is heel normaal op Texel. Iedereen heeft een e-bike. Alleen wij nog niet. Wij reden langs de nieuwe verhoogde dijk aan de oostkant van het eiland. Dat is de rustige kant van Texel. Daar houden wij van. Ook als het waait.
En ’s avonds maakten we nog een ommetje, lopend over het Skillepaadje en over het natuurpad rond Hoeve Brakestein.
De derde dag was het mooi weer en fietsten we naar het vliegveld in de Eierland Polder. Daar vielen heel wat mensen aan parachutes uit de lucht. Op het terras plaatste je een bestelling via een QR-code en die werd dan “vliegensvlug” bij je afgeleverd. Dat viel nog best tegen, want hier waren door personeelsgebrek vluchten geschrapt, maar we klagen niet.
De laatste dag waren we te vinden op de weekmarkt in Den Burg (waarvan foto’s in een vorig bericht). En op de boot, terug naar het vasteland.