Boko Biljart- en Densportcentrum in Zaandam, ik liep er vroeger vanaf het station blindelings naar toe. Maar nu was ik op de fiets en ik had voor de zekerheid mijn horloge thuis gelaten. Dat had ik beter niet kunnen doen. Ik verdwaalde compleet in al die akelige straatjes van het Peldersveld en ik kwam daardoor, een beetje verwilderd, twintig minuten te laat aan. Kon je het vinden vroeg Peter Uylings en zal ik iets te drinken voor je halen vroeg Hendrik Koopman. De mannen worden met de jaren steeds aardiger. Maar ik had ondertussen wel het praatje van de wedstrijdleider gemist. Zou hij nog iets gezegd hebben over de nieuwe regels?
In de schaakzaal staan nog steeds de bekers en hangen de portretten van Andersen, Larsen, Karpov en Fischer aan de muur. En ik herinner mij een toernooi om het NHSB-kampioenschap, waarin ik verloor van Ilias van der Lende, toen ik in de laatste seconden van onze partij schaak bleef geven met de dame van e8 naar d1 en weer terug. Na de tiende keer greep een boze wedstrijdleider in. Nou heb ik er genoeg van, zei hij, en hij gaf Ilias er twee minuten bij op de klok. Goed, zei ik, als het zo moet, dan geef ik op. Ouwe regelneuker. Die laatste slikte ik in.
Frank Tijdeman
Zie nou toch. Als dit mag, dan mag alles. Arme Peter Uylings. Die heeft zijn horloge afgedaan. Kijk maar naar zijn pols. Zijn spel is er naar. Hij wil het wel even toelichten: “Zit ik me daar toch een potje te knoeien”. Daar geloof ik niks van, zeg ik zo opgewekt mogelijk. En er komt altijd nog een kans, let maar op…
*
Chris de Saegher
Op het eerste bord zet Paul Spruit de sterkste schaker in het gezelschap, Chris de Saegher, buitenspel. Alsof het helemaal geen moeite kost. Chris is een gentleman. Die verzint geen smoesjes. Zowel van Paul als van hem kan je veel leren.
*
Ondertussen heeft Hans Wiemerink het moeilijk. Zijn aanvalsloper is ingemetseld op a8. Die tellen we al niet meer mee. Dus zijn paarden maar op de witte koning afgejaagd. Het wordt niks. Je ziet het al aan zijn houding.
Daarnaast zit Dennis Bruyn. Bij hem wordt er geen loper ingesloten, daar wordt de hele stelling over en weer dichtgemetseld. Zo maak je dus remise. Hij kijkt mij bestraffend aan.
Wim Rakhorst scoort ook een remise. Een plusremise. Een paard tegen per saldo twee pionnen. Hij geloofde het wel. Hieronder neemt hij een kijkje bij de partij van Peter Uylings.
*
Ik neem een kijkje bij Cas Kok en ben net op tijd. Die speelt een partij recht toe recht aan. Tegen Christiaan Molenaar met horloge! Erop en erover. De laatste zetten heeft Christiaan niet eens opgeschreven. Slordig.
Christiaan Molenaar
*
Hendrik Koopman kijkt ook nergens meer van op. Toch is de materiaalverdeling op zijn bord op zijn zachtst gezegd vreemd. Zwart heeft een dame en zeven pionnen. Hendrik heeft van alles wat: een toren, een loper, een paard en vier pionnen, maar geen dame. Dat is te weinig. Of te moeilijk. Ik heb de zetten niet. Jammer. Ik was bij Nico gaan kijken, want daar speelden ze zo te zien ook zonder horloges. Een gekkenhuis.
*
Als kind heb ik een film gezien met Danny Kaye, waar ik onbedaarlijk om moest lachen. De film heet The Kid from Brooklyn. Danny Kaye speelt daarin een “milkman”, dat is een watje. Maar hij neemt het toch op tegen een bokskampioen. Aan het eind van het gevecht liggen beiden uitgeteld in de ring. Daar doet bovenstaande partij mij aan denken.
The Kid from Brooklyn
Boxing Scene
***
Het werd uiteindelijk 4-4, Jan-Bart Abcouwer won van Hendrik Koopman.
Jan-Bart Abcouwer