Het open Alkmaarse Schaakkampioenschap, georganiseerd door De Waagtoren was ook dit jaar met honderd deelnemers weer snel volgeboekt. Op zaterdag ging ik kijken. Ik had bij de AKO op station Alkmaar een krant gekocht. Die krant zou wel gelezen worden, maar niet door mij.
Rob Freer verwelkomde mij. Hij speelde mee als het deelnemersaantal oneven was en bemoeide zich ondertussen met van alles en nog wat. En dat was nodig ook, vertrouwde hij mij toe. Op vrijdagavond was er bijna van alles mis gegaan. Als hij er niet geweest was …
Ik liep rond en maakte foto’s. Het toernooi was sterk bezet. De topspelers zaten vrijwel onbereikbaar opgeborgen tegen de achterwand van de zaal. Hing Ting Lai, die het toernooi zou gaan winnen, staat er dus niet op.
Duizendpoot Rob Freer had het mij in het begin al verklapt: er deden dit jaar verheugend (zijn woorden) veel vrouwen en meisjes mee.
Ik noem ze op. In de A-groep Eline Roebers, Machteld van Foreest, Robin Duson, Maaike Keetman, Alisha Warnaar en Anna Martinez, in de B-groep Stella Honkoop en Sara Martinez, en in de C-groep Marit de Boer, Marloes Rogge, Ingrid van Rijs-Brands en Mirjam van Rijs, Flora Gaeta-de Vries en José de Goede. Ik hoop dat ik er geen een vergeten ben.
Opeens stond ik met een natte doek in mijn handen. Er was iets omgegaan. Rob Freer had moeten dweilen. Ja, zei hij, dat hoort er ook bij. Als hij wat organiseerde dan zette hij graag de puntjes op de i. Hij wees me op zo’n puntje: die krant bijvoorbeeld (verrek dacht ik daar ligt mijn krant), die mag daar dus niet liggen. Ik piepte: die krant is van mij. Die heb ik vanmorgen gekocht. Doet er niet toe, zei Rob, dat zijn de regels. En weg was hij, naar zijn bord. Hij viel weer in. En toen, ik kon mijn ogen niet geloven, toen stond Rob’s tegenstander Jeroen Bollaart op, pakte mijn krant en verwijderde die uit de zaal. Stond ik daar met een natte lap en opnieuw zonder krant.
Het viel mee. Tussen de middag- en de avondronde samen met Nanny gegeten in het restaurant van het Gulden Vlies. Zij zei: ik heb de zaterdagbijlage van de Volkskrant voor je buitgemaakt. Die lag boven in de gang. Ik zei: dat is … mijn krant. Ik vertelde mijn verhaal. Zij vond het een zeurverhaal.
Op de zaterdagavond had bijna de helft van de deelnemers een bye opgenomen. Richard Schelvis eerst ook, maar die had ‘m op tijd weer ingetrokken. Hij speelde tegen de koploper. Hing Ting Lai was iets te laat. Ik vroeg hem in het voorbijgaan: doe je een beetje voorzichtig? Hij zei: ik kan niets beloven …