Faux Pas



Bij het eerste optreden van SC Bakkum in de KNSB kreeg het team een ongenadig pak rammel van Caïssa Eenhoorn 3. Aan de Van Speykkade in Castricum werd het 7-1 voor de bezoekers. Slechts twee remises stonden zij ons toe. Wij speelden best aardig maar struikelden over onze eigen benen, zei onze coach, en volgende keer beter. Het had ook andersom kunnen zijn, zei onze eerstebordspeler, maar die bedoelde dan waarschijnlijk alleen zijn eigen partij.

Later bij La Trattoria kregen we pas weer praatjes. Over de verdediging van ons cultureel erfgoed en hoe dat nou in de NAVO moest met die Turken. En over het onderscheid (of het ontbreken daarvan) tussen tolerantie en angst. Ja als het met schaken niet lukt, dan pakken we de andere wat kleinere zaken aan. Net zo makkelijk. En dat van die klokken waar we eigenlijk niet mee hadden mogen spelen en die we tot overmaat van ramp allemaal verkeerd hadden ingesteld, dat was een aanpassingsfoutje. Verder niet over zeuren. Onze tegenstanders uit Hoorn hadden het gelukkig ook door de vingers gezien. Waarvoor hulde.


Zelf deed ik ook mee. Met een idiote kortsluiting in tijdnood. Er zat een winnende combinatie in de stelling met matdreiging op de onderste rij. Mijn tegenstander maakte een gaatje voor zijn koning. Het verkeerde. Mijn dame stond stond erop gericht. Ik schrik en voer de combinatie uit het lood geslagen … niet uit, maar maak als een aapje precies ook zo’n gaatje. Ik durf het bijna niet te zeggen. Mijn vader had het ook. Alles gespiegeld en omgekeerd doen. En ik nu ook. Als ik thee moet zetten en in gedachten ben begin ik koffie te zetten en als het koffie moet zijn thee. En mijn vriend Peter. Als we op Terschelling fietsten zei hij hier moeten we linksaf en dan wist ik dat we rechtsaf zouden slaan. Mijn vader en mijn vriend zijn niet dement geworden of zo maar wel dood. Ik ga langzamerhand dezelfde kant op ben ik bang. En dat is niet om te lachen.