De paardvork, wie kent ‘m niet?

De Wijker Toren 1 kreeg de Kennemer Combinatie 2 op bezoek en De Wijker Toren 2 ging het opnemen tegen Caissa 3 uit Amsterdam. Alle teams waren compleet. Dragan werd in het eerste vervangen door Cas Kok en die werd in het tweede vervangen door Hans Wiemerink. Aan het einde van de middag konden we twee gelijke spelen noteren.

De Wijker Toren 1

De remise van Sam Cornelisse was heel knap, die van Cas Kok, Jimmy van Zutphen en Rick Duijker behalve knap ook heel krap. Meer weet ik niet. Verslaggever van lik me vestje. O ja, Bart-Piet Mulder en Arjan Wijnberg wonnen hun partij. Dat zijn de doorzetters.

***

De Wijker Toren 2

Het tweede maakte er een spektakel van en dat liep maar net goed af. Dennis Bruyn speelde tegen de speler met de mooiste naam (Francisco Joao Guimaraes Araujo) en dacht: doe eens gek. Een dameoffer. Het sloeg net niet door. Drie van zijn pionnen stonden te dringen om te promoveren, maar geen haalde het. Een tegenvaller. Niet vaak heb ik iemand zo teleurgesteld zien afdruipen.

Paul Spruit en tegenstander hielden een partijtje bokschieten. Raak riep dan de een. Raak riep dan even later weer de ander. Zo ging dat heen en weer. En op en neer. Na twintig keer schieten hadden ze samen vijf bokken geschoten. Toen mocht Paul niet meer. De bokken waren op. Dat was dus een meevaller. Zelden heb ik iemand zo opgewonden aan het bier gezien.

Wim Rakhorst klaagde voor zijn partij dat hij eigenlijk ziek was. We moesten niet gek opkijken als… Ik probeerde hem op te monteren met: doe dan weer eens een keertje Cambridge-Springs, daar knap je van op. Nee dat ging hij niet doen, hij was echt heel erg niet lekker. Inderdaad waren zijn zetten eerst nogal stroef, maar allengs werden ze steeds beter, en zelf was hij aan het eind ook plotseling weer de oude. En boos bovendien, want hij had net niet gewonnen.

Over Koopman, Jorritsma en Wiemerink komen we nog te spreken, maar eerst Uylings, die gaat voor.

Peter kreeg te maken met Matthieu Guillaumond, een jongeling van elf of twaalf jaar en met een “KNSB internationaal talentstatus”, wat dat ook moge betekenen. Niet veel goeds, dacht Peter. Had hij weer.

Na afloop van de partij ontspon zich een gesprekje tussen het oude en nieuwe talent. Bram was luistervink. Je had het veel sneller kunnen afmaken, zei Goud van Oud. Heb je zeker niet gezien? Hij wou laten merken dat hij nog niet helemaal van gisteren was. Kan niet, zei ’t Jong met Stip. Kom maar mee, dan leg ik het uit.

Het deed Bram denken aan een verslag, in Schaakbulletin lang geleden, van een wedstrijd tussen Eindhoven en VHS . Hij zou het opzoeken.


Uit het verslag van de hoofdklassewedstrijd Eindhoven – VHS citeert Bram:
“Bosscher kreeg niet de kans zijn routine in het spel te brengen, want Uylings luisde hem in een openingsvariantje waarvan de kennis van de jeugd vele, vele malen groter bleek te zijn.”


***

Dan nu Koopman, Jorritsma en Wiemerink met hun partijen. De eerste is vlekkeloos. De andere twee niet. Die draaien om het thema paardvork.

Hendrik Koopman is in een vrolijke bui. Zijn lach schalt door de Moriaan. Hij heeft, zegt hij, eindelijk weer eens een partij gespeeld die het waard is om te publiceren. Een partij uit één stuk. Hij biedt mij iets te drinken aan. Ik sta nu voor zeven stuks bij hem in het krijt, dus ik zeg kom maar op. Hij geeft mij zijn notatieformulier. Kun je het lezen, vraagt hij ten overvloede. Hij had er al rekening mee gehouden dus.

*

Stefan Jorritsma had voor een tactische opstelling gekozen waarin hij zichzelf op het eerste bord had gezet. Het idee was dat hij dan weliswaar zou verliezen, maar dat was ingecalculeerd. Voor de anderen zou het vervolgens een koud kunstje zijn om daar de vruchten van te plukken.

*

Hans Wiemerink was dus invaller op het achtste bord. Hij speelde aanvankelijk de sterren van de hemel, waar hij vervolgens eindeloos mee ging zitten klooien, net zolang totdat de glans er weer helemaal vanaf was.

Niemand zag het aankomen. Stefan zei achteraf van wel. Maar dat kan niet waar zijn. Want die had het in zijn eigen partij ook niet gezien. Wim Suyderhoud, ja die zag ‘m: de paardvork aller paardvorken, die met het schoonste familieschaak.

***

Meer foto’s heb ik niet. Fotograaf van lik me vestje. Alleen deze nog: