Noordhollands duinreservaat
Er staat een koude wind. De zon staat op doorbreken. We zijn net voor de meute uit. Toch liggen er al plastic flessen en mondkapjes tussen de bomen. Het eind van de wereld is nabij. De ellende nog niet. Ik verveel me dood. Al twee jaar niet geschaakt. Ook niet in Wijk aan Zee. Misschien maar beter ook. De lucht is daar niet gezond. Vanwege Tata, voor wie het nog niet wist.
De sportschool biedt uitkomst. Drie keer per week werk ik me in het zweet. Fit met visie. Op dinsdag rugfit met Judith, op woensdag kracht- en conditietraining met Marjolein, op donderdag spinning in m’n eentje. Doe je rustig aan, roept Nanny als ik wegga. Leef je nog, vraagt zij als ik terugkom. Als dadelijk de mondkapjes verboden worden door onze regering, kan ik er tegen.
In de duinen weer iets nieuws gezien. Een boom heeft niet alleen jaarringen in de stam, maar ook laagjes in de schors. En op de terugweg hadden we een afluistermoment. Langs de Oosterweg waren achter een heg twee mannen aan het werk. “Wat vind jíj nou van dat grensoverschrijdend gedrag”, hoorden we de een luidkeels vragen. Waarop de ander even hard antwoordde: “Ik vind dat wel een beetje te ver gaan”. Zo een bondige samenvatting hadden we nog niet gehoord.