Vleermuis 159

“Der Mensch ist verdammt dazu frei zu sein”

Wat zou Hanna bedoeld hebben met verdammt? Jean-Paul Sartre zegt het natuurlijk mooier: L’homme est condamné à être libre. Maar ís het ook mooier? In ‘L’être et le néant’ (1944) legt hij het uit:

“Nous sommes seuls, sans excuses. C’est ce que je veux dire quand je dis l’homme est condamné à être libre. Condamné, parce qu’il ne s’est pas créé lui-même, et encore néanmoins la liberté, et à partir du moment où il est jeté dans ce monde il est responsable de tout ce qu’il fait.”

Op mijn (nota bene christelijke) middelbare school lazen we Sartre. Het was wel Sartre voor beginners, dus ‘Les yeux sont faits’, en in vertaling ‘La Nausée’ (De walging) en Le Mur (De muur). In mijn boekenkast staan nu alleen nog De wegen der vrijheid (Les chemins de la liberté).

Vrijheid is volgens Sartre de vrijheid van keuze die een mens heeft en die is in essentie negatief: het is de mogelijkheid om in uitzonderlijke omstandigheden in uiterste instantie nee te zeggen; het kan de laatste vrijheid zijn die hem rest en die kan hem niet ontnomen worden. In die keuze, van hoe te zijn, hoe te handelen, staat hij alleen. Anderen zijn hem daarbij alleen maar tot last: “L’enfer c’est les autres”.

Hanna zei het dus goed. Vrij ben je en vrijheid heb je. Altijd en overal. Je ontkomt er niet aan. Die vrijheid is verdammt. De dubbele m schreef ze als m2, anders kwam ze niet uit.

Op de speelplaats van de school in Prenzlauer Berg (Berlijn), waar bovenstaande foto genomen is, mocht ik trouwens helemaal niet komen. Hoog in het gebouw ging een raam open en een boze vrouw verordonneerde “Es ist strengstens verboten diesen Ort zu betreten”. Of woorden van gelijke strekking. Ik maakte dat ik weg kwam.

Goodbye