Vleermuis 125

Rinus

Op het schoolplein in Middelburg zat ik op Rinus’ rug. Rinus was mijn paard en ik was zijn ruiter. We streden tegen de andere paarden en hun berijders. Wij waren de beste. Rinus stond steviger op zijn benen dan een Zeeuws trekpaard en ik was vederlicht en zo taai als leer. Niemand van de andere jongens kreeg mij van Rinus’ rug. Ik liet nooit los. Bijna alles mocht maar er waren regels. We mochten niet slaan. Wel beuken. Een partij begon met een aanloop. Meestal liep Rinus de andere combinaties gewoon ondersteboven. Maar Rinus, zo log als hij was, kon ook volkomen onverwachts een plotselinge draai maken en dan trok ik mijn tegenstander zo van zijn paard. Soms kwam zo’n draai ook voor Rinus onverwacht en struikelde hij over zijn eigen benen en dan gingen we samen naar de grond. Niets gaat er boven die sensatie. De eindeloze seconde tijdens zo’n val. Het gevoel dat bij het neerkomen de tegels meegeven. Het wegtrekken van het bloed. De tinteling als het weer terugkeert. We gaven geen van beiden krimp. Rinus was een beest en ik deed mee.

Het bliksemde langs de Nieuwe Vlissingseweg. We konden zo gauw niet thuiskomen. De donderslagen volgden elkaar steeds sneller op. Het onweer kwam van alle kanten. Van achter de dijk en uit de weilanden. Rinus vluchtte een tuin in en verschool zich achter een muurtje. Hij beschermde zijn hoofd met zijn handen. Regen stroomde over mijn wangen. Ik kon het niet geloven. Rinus was bang.

In Utrecht golden andere regels. Daar werd wel degelijk geslagen. En raak ook. De eerste keer kwam het als een verrassing. Bloedneus, tand door lip en gestrekt. Ruiter zonder paard. Dat viel niet mee. Ik miste Rinus. Maar ik leerde bij. In Amstelveen ging het al een stuk beter. Ik wierp nu mijn kwelgeesten nog voor ze mij sloegen. En dan nam ik ze in een houdgreep tot ze naar adem snakten. De judoleraar die een paar huizen verderop woonde in mijn straat zag mij dat een keer doen en probeerde mij over te halen bij hem les te nemen.

Maar ik vertrouwde het zaakje niet. Want toen ik bij hem op een zaterdagmiddag naar de Engelse FA Cup Final mocht komen kijken, liep zijn vrouw nog in ochtendjas rond en was hij niet eens thuis. Aan die dingen was ik nog niet toe. Bovendien pieste hun kat op het kleed en op de televisie gebeurden ook de vreselijkste dingen. Zowat het hele team van Manchester United was kort daarvoor bij een vliegtuigongeluk omgekomen en alleen hun keeper was nog over. En toen werd die keeper door de midvoor van ik denk Bolton Wanderers met bal en al het doel ingebeukt. Doelpunt.


Misschien haal ik nu wat dingen door elkaar, maar ik moest opeens aan Rinus denken. Dat gebeurt er met je als je ouder wordt.