De schand in het Breveningse hoerkous
Scheel Heveningen was een vlooi der prammen. Ver weg op zee zag men een pissende vink. De gatbasten waren gezoodnaakt het land te verstraten en riepen in hun kloten buiten lont. Ze kakten hun poffers, en streken elkaar kak in het gelaat. Enkelen kwakten zaad, anderen kakten zalm langs een touw. De guitspasten neukten de bok van het dak. Niets werd gered dan tien linnen tepels en een lul van een predikant in de harige kut van een vinnige pissersvrouw.
Battus, Opperlandse taal- & letterkunde, Amsterdam 1981
Afgelopen vrijdagavond hield de schaakvereniging Castricum haar jaarlijkse anagramtoernooi. Alle deelnemers kregen bij binnenkomst door organisator Anus Wielerhek een verbastering van hun eigenlijke naam opgespeld.
Een van de merkwaardigste anagrammen (volgens Battus) is: ‘aalscholver – schollevaar’, omdat die hetzelfde (in dit geval dier) aanduidt. Nou wil het toeval dat er op deze avond in Fase Fier in Bakkum opeens zeventien van dit soort exemplaren rondliepen, de ene nog schunniger dan de andere. Om er enkele te noemen: Epi IJskut, Rijk Retediep en Ard Seijkgeur.
Dertien ronden snelschaak en drie drinkpauzes. Tussendoor serveert Tiet van Zwamhats koffie met lekkere hats. Tiet deinst nergens meer voor terug. Hij heeft ons al op een openingstoespraak getrakteerd, waar de honden geen brood van lusten, maar gelukkig waren de deuren toen nog dicht, anders waren we er gelijk uit gekieperd.
Vuile boef! Vuile boef!!
Drie spelers doen niet mee met snel maar spelen rapid. Op hun dooie gemak. Het eerste partijtje is al bijna een uur onderweg als we merken dat ze de klok niet op twintig minuten hebben staan, maar op twintig uur. Schakers, het blijven schavuiten, je kan ze nooit vertrouwen.
En wie zit daar weer zo dom te grinniken? Euwe Rosbeert, de oude knar. Kan nog verrassend goed meekomen. Al zo lang niet meer geschaakt. Hoe doet ie het? We snappen het niet. Totdat wij hem halverwege de avond een tijdje kwijt zijn. Tiet (ja altijd weer Tiet, Tiet holdt gain schoft), gaat hem zoeken en vindt de schelm verscholen in een hoekje achterin de bar, waar de rakker zijn eigen twaalf openingsdeeltjes aan het doornemen is. Ja zo kunnen wij het ook. Dus daar hebben we een stokje voor gestoken.
Rene Kier heeft het naar zijn zin. Totdat hij zo onvoorzichtig is een oude jenever te bestellen. Het kabouterkelkje dat Kier aangereikt krijgt is nog niet voor de helft gevuld. Er zit niks in kirt Kier sip. Heus wel zegt Vaasje Vier hip.
En Hanncco Beverpis? Die vindt het allemaal onwijs grappig.
Onan Geilduvel! Hij is ouderwets op dreef. Hij last na elk rondje een extra drink- en plaspauze in. Daartussenin timmert hij met één hand (de andere heeft hij bezeerd) zijn tegenstanders van het bord. Totdat hij verliest van Vivi Sloerie. Vanaf dat moment moeten we hem steeds vanuit de bar naar het bord slepen. Wat niet alle keren lukt.
Kopje koffie voor Onan? Grapje.
***
Vivi Sloerie wint het toernooi. Maar niet helemaal eerlijk: hij dacht na. De smeerlap.
Toch komt de allergemeenste truc uit een heel andere hoek: Hanncco Beverpis. Hij speelt tegen Ina Hekrund. Beiden zijn in opperste tijdnood. Ina doet een zet en let even niet op haar klok. Arme Ina. Hanncco is een rekel. Die doet met zijn hand boven het bord net alsof hij het allemaal niet meer weet. Ammehoela. Een echte Beverpis. Aap noot mies poep stront pies. Ina’s vlag valt. De lachsalvo’s zijn niet van de lucht.
Goethe?!!
De foto’s zijn van Jou de Ba. Op de website van Castricum staan er ook een paar. Die zijn van een concurrent. Niet slecht. Sommige plaatjes hebben we van elkaar gepikt. Moet kunnen.